AUKE JELSMA

Tussen feit en fictie tasten naar de werkelijkheid

Interview ,met Auke Jelsma in Nederlands Dagblad

Bron: website Nederlands Dagblad

 

 

Fundamentalistisch taalgebruik door de duivel

DOOR ROEL SIKKEMA – Nederlands Dagblad, 12 september 2008, Katern

 

 

De duivel denkt veel negatiever over de mens dan God. En de duivel hanteert een veel fundamentalistischer Bijbelgebruik dan Jezus. Dat zijn twee conclusies die Auke Jelsma trok toen hij zich verdiepte in het verhaal van Jezus die in de woestijn door de duivel werd verzocht. Een gesprek over ‘verleiding’, het thema van de NCRVKerkmuziekdagen.  

 

 

De kerkhistoricus Jelsma is net 75 geworden, en vierde zijn verjaardag met de presentatie van zijn nieuwste boek, de roman De meeuwengod. Maar hij is er de man niet naar om in zijn Hilversumse appartement achter de geraniums te gaan zitten. Momenteel bereidt hij een aantal meditaties voor het NCRV-programma ‘Woord op zondag’ voor. De eerste was afgelopen zondag, 7 september. De rest wordt de komende weken uitgezonden. In totaal komen er zes afleveringen.

Wat is verleiding? ,,De Bijbel gebruikt drie woorden: verzoeking, verleiding en beproeving’’, zegt Jelsma. ,,In de Nieuwe Bijbelvertaling is op veel plaatsen het woord ‘verzoeking’ vervangen door ‘beproeving’. Ik begrijp dat wel, beproeven heeft meer de betekenis van ‘testen’, kijken of iemand staande kan blijven. Maar vanuit de grondtekst is ‘verzoeking’ beter. Dat is een begrip dat zowel positief als negatief kan zijn. ‘Beproeving’ heeft op zich een vrij positieve betekenis. Maar ‘verleiding’ is negatief. Dat betekent dat je mensen ertoe zet om dingen te doen die ze zelf niet willen en die ze moreel niet kunnen verantwoorden.’’

Reclame, is dat een vorm van verleiding? ,,In veel gevallen wel. Maar niet altijd. Je hebt reclame ook nodig om informatie te krijgen. Mensen mogen best hun producten aanprijzen. Maar in de praktijk worden veel verkeerde argumenten gebruikt en is er toch vaak sprake van verleiding.’’

 

19 en 20 september

 

Dit laat-middeleeuwse schilderij verbeeldt tal van scčnes van de beproevingen uit het

leven van Job. FOTO ARCHIEF NEDERLANDS DAGBLAD

 

 

 

 Fiducie

Wie in de Bijbel zoekt naar teksten die over verleiding gaan, komt al snel bij verhalen terecht als de zondeval, Job en Jezus met de duivel in de woestijn. ,,Strikt genomen hoef je daarbij niet in de eerste plaats aan verleiding te denken’’, zegt Jelsma. ,,Als je naar de zondeval kijkt, kun je niet zeggen dat de mensen doordat ze niet van die ene boom mochten eten, door God min of meer gedwongen werden om dingen te doen die ze niet wilden. Het gaat hier om beproeven: kijken of Adam en Eva gehoorzaam bleven aan God. Hetzelfde geldt voor Job.’’ Een geval apart is het boek Hooglied. ,,Ook daar zou je kunnen spreken van beproeving. Geen verleiding, want bruid en bruidegom willen elkaar geen dingen laten doen die ze zelf niet willen. Maar ze testen elkaar uit, ze respecteren elkaar.’’

Toen Jelsma de teksten over Job en Jezus in de woestijn (in Matteüs 3) bestudeerde, vielen hem een paar dingen op. ,,Allereerst dat zowel Jezus als de duivel zich op Bijbelteksten beriep. Maar ook dat ze een heel verschillend Bijbelgebruik hadden. De duivel is dan veel negatiever over de mens dan God, die positief over Job en over Jezus oordeelt. Eigenlijk zegt de duivel dat de mens ‘geneigd is tot alle kwaad’, zoals we in de Heidelbergse Catechismus lezen. Ik begrijp best dat de Catechismus dit in de zestiende eeuw zei, tegenover alle overschatting van de goede werken. Maar het is eenzijdig. God heeft zoveel fiducie in Job, dat hij de zware beproevingen aan kan, dat hij de duivel vrij spel geeft. God respecteert dat de mens zijn evenbeeld is.’’ Jelsma wijst ook op Jacobus, die schrijft dat God beproevingen geeft en dat wie standhoudt, de erekrans krijgt. ,,Wanneer je beproefd wordt, moet je daar blij om zijn. Die beproevingen geven je de kans stand te houden.’’

Volgens Jelsma houdt de duivel er een ‘fundamentalistisch’ Bijbelgebruik op na. ,,Hij leest de Bijbel letterlijk. Wanneer hij Jezus vraagt van de tempeltoren af te springen, citeert hij Psalm 91. De beeldspraak daarin wordt door hem omgezet tot een voorschrift. Van zo’n losse Bijbeltekst maakt de

duivel een wet. Dat is kenmerkend voor het fundamentalisme. Jezus laat zien dat je zo niet met de Bijbel om moet gaan.’’

Bijbellezers moeten veel meer rekening houden met de diverse genres waarin de Bijbel is geschreven, stelt Jelsma. ,,Er staat niet alleen geschiedenis in, maar ook brieven en poëtische teksten. Die moet je ieder op hun eigen manier lezen. Om een voorbeeld te nemen: het getal veertig. Van de veertig jaar in de woestijn, de veertig dagen van de reinigingswetten, de veertig dagen van Jezus bij de verzoeking door de duivel. Al die tijdsaanduidingen moet je niet letterlijk nemen, maar je moet beseffen dat veertig dagen een aanduiding van ‘beproeving’ is.’’

Maar als je zo met de Bijbel omgaat, wat houd je dan nog over van de heilsfeiten? Zijn die nog wel waar, vragen veel christenen zich angstig af ,,Die angst is niet terecht’’, zegt Jelsma. ,,Want juist als je met al die verschillende genres rekening houdt, neem je de Bijbelse boodschap juist serieus. Als je dat niet doet, gebruik je de Bijbel op dezelfde manier als de duivel. Dat is pas arm.’’

 

Glanzende appel

In hoeverre zou ‘verleiding’ een rol kunnen spelen in de kerkmuziek? ,,Ik weet niet zoveel van de klassieke kerkmuziek af, ik luister meer naar popmuziek’’, zegt Jelsma. ,,Er zit veel religie in popmuziek. Ten onrechte wordt door veel christenen alleen naar de negatieve dingen van popmuziek

gekeken. Die zijn er ook, maar er is ook veel positieve popmuziek. Neem Tracy Chapman, die bij de 90e verjaardag van Nelson Mandela het lied ‘All that you have is your soul’ (Het enige dat van jezelf is, is je ziel) zong. In dat lied geeft een moeder haar dochter goede raad: ‘Verkoop je ziel niet, wat je ook voorgespiegeld wordt, accepteer nooit dat je ziel schade lijdt’. En dan verwijst de moeder naar het paradijsverhaal: ‘Don’t be tempted by the shining apple’ (Laat je niet verleiden door die glanzende

appel). Er zijn popsongs die je zo in een nieuw kerkelijk liedboek zou kunnen opnemen.’’

Met het evangelische opwekkingslied heeft Jelsma niet veel op. ,,Dat is vaak weinig poetisch, het heeft weinig diepgang. Poëzie voorkomt dat men teksten op een simplistische manier gaat lezen.’’ Maar begrijpen jongeren poëtische teksten dan wel? ,,Dat is inderdaad een probleem. De westerse

mens heeft, mede door het rationalisme, geleerd dat er eigenlijk maar één manier is om goed met een tekst om te gaan: de letterlijke. Maar iedere literaire vorm heeft zijn eigen manier van lezen. Dat geldt ook voor Bijbelse teksten. Wanneer je zegt: ‘De Bijbel is van a tot z Gods Woord’, sta je niet meer open voor verschillende lagen in de tekst. Die poëtische teksten spreken je aan op een ander niveau dan het strikt rationele.’’

Jelsma vindt het zingen van Bijbelteksten belangrijk. ,,Dan hoor je soms dingen die je niet opvallen wanneer je ze leest. Gezongen functioneren teksten anders dan gelezen.’’

 

 

 

 

                   

FOTO FLOOR JELSMA

 

Dr. Auke Jelsma is emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Protestantse Theologische Universiteit te Kampen. Daarin specialiseerde hij zich onder meer in de geschiedenis van de mystiek. Hij schreef op zijn vakgebied behalve over de mystiek ook over de geschiedenis van de Reformatie en figuren als Bonifatius. Jelsma is daarnaast auteur van diverse romans. Zo schreef hij onder meer de thriller Vluchtgang, de roman Alsof ik een messias was die zich afspeelt in de theologenwereld.

Ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag verscheen enkele weken geleden De meeuwengod, een uitgave van Ten Have,

Kampen.